Standpunt Belastingdienst: Afstand van bezwaard vermogen bij tweetrapsmaking
De Kennisgroep Successiewet van de Belastingdienst heeft met betrekking tot de afstand van bezwaard vermogen bij een tweetrapsmaking een standpunt ingenomen. Hieronder wordt de essentie van het standpunt uiteengezet en worden de gevolgen ervan besproken.
Bij een tweetrapsmaking benoemt de erflater (de insteller) een erfgenaam onder ontbindende voorwaarde (de bezwaarde) en aansluitend een erfgenaam onder opschortende voorwaarde (de verwachter). Pas op het moment dat de voorwaarde wordt vervuld en de verwachter nog in leven is, verkrijgt de verwachter. Een bezwaarde heeft de mogelijkheid om tussentijds (zo nodig na instemming van de verwachter) afstand te doen van het bezwaarde vermogen, tenzij de insteller dit heeft uitgesloten. In dat geval gaat het vermogen - via de insteller - eerder dan voorzien naar de verwachter.
De Kennisgroep bevestigt dat wanneer de bezwaarde bij een tweetrapsmaking afstand doet van het bezwaarde vermogen, dit altijd leidt tot belastingheffing in de relatie tussen de insteller en de verwachter. Als de bezwaarde afstand doet uit vrijgevigheid, is ook sprake van een gift van de bezwaarde aan de verwachter. De Kennisgroep neemt echter het standpunt in dat heffing van schenkbelasting over deze gift achterwege blijft, zodat dubbele belastingheffing wordt voorkomen. Dit geldt zowel bij een ‘gewone’ tweetrapsmaking als bij een tweetrapsmaking met vervreemdings- en verteringsbevoegdheid.
Belastingheffing en voormalige resolutie
Historisch gezien regelde een resolutie uit 1958 dat schenkbelasting achterwege bleef bij een dergelijke gift, zodat dubbele belastingheffing werd voorkomen. Hoewel deze resolutie is ingetrokken, blijft het standpunt van de Kennisgroep dat alleen erfbelasting wordt geheven en geen schenkbelasting.
Verschil tussen afstand doen van en beschikken over het bezwaarde vermogen
Iets heel anders is dat een insteller bij testament aan de bezwaarde de bevoegdheid kan toekennen om het bezwaarde vermogen te vervreemden en verteren, te schenken of na te laten. Bij gebruikmaking van de bevoegdheid om te vervreemden, vindt zaaksvervanging plaats. De tweetrapsbepaling rust in dat geval op hetgeen voor het vervreemde goed in de plaats komt. Als gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid tot schenken of nalaten, wordt de tweetrapsmaking opgeheven en verkrijgt de verwachter alleen van de voormalige bezwaarde (zie het boerenplaatsje-arrest; HR 16 januari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN8282). Hierdoor vindt geen dubbele heffing plaats, omdat er niet (ook) van de insteller wordt verkregen. Heffing vindt dan alleen plaats in de relatie bezwaarde – verkrijger. De belasting wordt berekend met toepassing van art. 31 SW indien afstand/schenking plaatsvindt ten behoeve van (de in dit artikel nader omschreven groep) familieleden van de verwachter.
Artikel 31 SW
Art. 31 SW is van toepassing als de bezwaarde afstand doet ten behoeve van bepaalde familieleden van de verwachter. Daarbij is het woord ‘afstand’ in art. 31 SW misleidend, omdat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het artikel ook geldt als de bezwaarde schenkt of nalaat aan de echtgenoot of een verwant van de verwachter (Kamerstukken II, 1948, 916, nr. 3, blz. 22). Art. 31 SW is niet van toepassing als de bezwaarde afstand doet ten behoeve van de verwachter.
Artikel 30 SW
Art. 30 SW is een anti-misbruik bepaling die van toepassing is als door verwerping of afstand van rechten minder belasting verschuldigd is. Dit artikel kan ook van toepassing zijn als een bezwaarde verwerpt. Dit artikel is niet van toepassing als de bezwaarde na aanvaarden van de nalatenschap, afstand doet van zijn recht op het bezwaard vermogen. De verwachters verkrijgen dan namelijk van de insteller, net zoals dat het geval zou zijn geweest als de ontbindende voorwaarde was vervuld. Door het afstand doen is niet minder belasting verschuldigd, omdat de verkrijging van de bezwaarde in stand blijft. De verwachter is alleen eerder belasting verschuldigd.
Artikel 53 SW
Het doen van afstand door de bezwaarde valt niet onder de werking van art. 53 SW. Dat artikel gaat over de vermindering van de aanslag als gevolg van het vervullen van een voorwaarde. Bij afstand doen gaat de voorwaarde juist niet in vervuling.
Slotopmerkingen
Het standpunt van de Kennisgroep bevestigt dat geen schenkbelasting wordt geheven als de bezwaarde afstand doet van het bezwaarde vermogen bij een tweetrapsmaking ten behoeve van de verwachter. In die situatie is alleen erfbelasting verschuldigd in de relatie tussen de insteller en de verwachter. In geval van een tweetrapsmaking bij een schenking gelden dezelfde uitgangspunten.