Geen schenking van woning als koopsom van woning voor meer dan 50% is kwijtgescholden?
Onlangs heeft Hof Amsterdam uitspraak gedaan in een geschil over de vraag of een verkoop van een verhuurde woning door een ouder aan een kind in samenhang met een kwijtschelding van ca 56% van de koopsom, al dan niet als een schenking van een woning moet aangemerkt.
Het belang daarvan was in deze zaak dat als sprake was van schenking van een woning, volgens de inspecteur de aanmerkelijk hogere WOZ-waarde in combinatie met de correctie uit hoofde van de leegwaarderatio als maatgevend voor de omvang van het geschonken bedrag zou gelden. De stelling van de inspecteur dat sprake was van (gedeeltelijke) schenking van de woning zelf vanwege het feit dat meer dan 50% van de koopsom is kwijtgescholden, vond geen genade in de ogen van het hof, waardoor het hof niet meer toekwam aan de waarderingskwestie.
De Hoge Raad heeft op 26 februari 2016 in een andere vergelijkbare casus waarin minder dan 50% van de koopsom was kwijtgescholden zonder te verwijzen naar de omvang van de kwijtschelding, geoordeeld dat geen sprake was van schenking van een woning. De inspecteur meende echter dat dit arrest niet van toepassing is, omdat uit Hoge Raad 1 mei 2015, nr. 14/03358, ECLI:NL:HR:2015:1199, valt af te leiden dat wanneer meer dan 50% wordt kwijtgescholden, op grond van art. 1:124, lid 2 BW (oud), thans art. 1:95 BW zaaksvervanging dient te worden aangenomen.
Hof Amsterdam heeft deze zienswijze verworpen omdat aan dat artikel in deze casus geen betekenis toekomt. Het bewuste artikel heeft als doel vast te stellen of een met privévermogen betaald goed al dan niet tot een huwelijksgemeenschap behoort en dat speelt hier naar het oordeel van het hof niet. In deze situatie is dus volgens het hof eveneens geen sprake is van een schenking van de woning zelf.
Afgewacht moet worden of cassatie wordt ingesteld.
Zie verder in Via Juridica.